Θέλω λέγειν Ἀτρείδας
Ik wil de Atreïden roemen
Θέλω λέγειν Ἀτρείδας,
θέλω δὲ Κάδμον ἄιδειν,
ὁ βάρβιτος δὲ χορδαῖς
ἔρωτα μοῦνον ἠχεῖ.
ἤμειψα νεῦρα πρώην
καὶ τὴν λύρην ἅπασαν·
κἀγὼ μὲν ἦιδον ἄθλους Ἡρακλέους,
λύρη δέ ἔρωτας ἀντεφώνει.
χαίροιτε λοιπὸν ἡμῖν, ἥρωες·
ἡ λύρη γάρ μόνους ἔρωτας ἄιδει
Ἀνακρέων ὁ Τήϊος
ca 575 – ca 495 voor de jaartelling
Ik wil de Atreïden roemen,
ik wil dan van Kadmos zingen,
maar de lier heeft in
zijn tonen niets dan liefde.
Eerst verving ik de snaren
en toen de hele lier.
Ik bezong de werken van Herakles,
maar de lier liet liefde weerklinken.
Zegt ons verder vaarwel, helden,
want de lier zingt alleen liefde.
vertaling © Klaarzin 2023